Gautama Boeddha leefde van ongeveer 450 tot 370 voor Christus in het gebied dat tegenwoordig in het noorden van India en Nepal valt. Gautama Boeddha zou tachtig jaar oud zijn geworden.
In de Tripitaka (samengestelde collectie vroegste geschriften over het boeddhisme) staat geen complete biografie van Gautama Boeddha. Wel staan er her en der korte teksten in die iets vertellen over het leven van de Boeddha. Pas in de eerste of tweede eeuw na Christus werd de Handelingen van de Boeddha geschreven door Ashvagosa.
Koningin Maya, van het volk der Sakhya’s, was zwanger. Wijze mannen bezochten haar en vertelden haar dat ze zwanger was van een goddelijke zoon, die of een groot heerser, of een groot geestelijke leraar zou worden. Maya stierf een week na de geboorte van deze zoon, Siddhartha Gautama, in het kraambed. Haar echtgenoot, koning Suddhodhana, was vastbesloten dat zijn zoon hem ooit zou opvolgen, en geen geestelijk leraar zou worden. Daarom voedde hij de jonge prins op in de beschermde omgeving van het koninklijk paleis, en zag hij erop toe dat hij niet met de buitenwereld in contact kon komen. Siddhartha leidde zodoende weliswaar een leven van luxe en plezier, maar hij was niet gelukkig.
Hij trouwde met zijn nicht, en werd vader van een zoon. Op een dag verliet Siddhartha het paleis om een tochtje te gaan maken. Tijdens dat uitstapje zag hij vier mannen: een oude man, een zieke man, een dode man en een asceet, die zelf niets bezat, maar leefde van voedsel en geld dat hem geschonken werd. Niettemin zag hij er gelukkig uit. Siddhartha zag plotseling dat niets in het leven bestendig is en besloot het voorbeeld van de asceet te volgen. Hij vertrok diezelfde avond nog uit het paleis, om de verlossing uit het lijden en de kringloop van het bestaan te vinden.
Hij sloot zich aan bij vijf asceten die zich in de wildernis hadden afgezonderd. Ze volgden een strenge ascese, in de hoop zo de verlossing uit het lijden te bereiken. Siddhartha volgde hun voorbeeld, en gaf zich over aan de extreemste vormen van ascese. Zes jaar later, toen hij bijna doodging van de honger, zag hij in dat dit niet de juiste manier was om de verlossing te bereiken. Hij trok daarom verder en nam voedsel aan om weer op krachten te komen. Hij herinnerde zich hoe hij als kind in een staat van samadhi was geraakt toen hij een keer naar het ploegen van zijn vader had zitten kijken. Toen hij weer op krachten was besloot hij onder een boom te mediteren, en er niet onder vandaan te komen voordat hij de verlossing had bereikt. Op de negenenveertigste dag kreeg hij inzicht in zijn vorige levens, en zekerheid over de oorzaken van het lijden van de mens en hoe dat lijden kan worden weggenomen. Hierdoor was hij een ontwaakt persoon, de Boeddha.
De rest van zijn leven trok hij door India, onderwijzend wat hij had geleerd. Zijn eerste volgelingen waren de vijf asceten. Ook zijn familie nam zijn leer aan en zijn tante werd de eerste boeddhistische non.
Op tachtigjarige leeftijd wist hij dat hij zou sterven. Ook zou hij niet opnieuw worden geboren, zelfs niet in de hemel, omdat hij nu verlicht was en nu voor altijd in het pari-nibbana opging. Toen men hem vroeg wie hem op moest volgen, vertelde hij dat er geen opvolger moest komen, maar dat zijn lessen bewaard moesten blijven.
Maand: oktober 2017
De lucht is vrij!
In de lucht, en nog verder weg in het heelal en in het universum, bestaat geen oost en west, geen noord en zuid. Die richtingen hebben wij, de mens, eraan gegeven. In onze gedachten. En wij geloven er ook nog in. Down under. Hoezo onder? Wie zegt dat? Wie denkt dat? Het kan net zo goed boven zijn. Het is maar hoe je er naar kijkt. Hoe je het bekijkt. Op welke manier kijk jij naar de dingen en naar andere mensen. Sta er eens bij stil. Bijvoorbeeld elk half uur even een momentje van stil staan. Van stil zijn. Wat ben je aan het doen? Een momentje van bezinning, slechts een paar minuten, twee of zo, en je geeft jezelf even de ruimte om op een andere manier te kijken naar wat je op dat moment aan het doen bent. Doen!
Soetra van liefdevolle vriendelijkheid | Mettasutta
Wie op vaardige wijze naar het geluk wil streven
om de toestand van vrede te bereiken,
die moet kundig, eerlijk en oprecht zijn
zachtaardig, voorkomend en bescheiden.
Hij is tevreden en matig, niet veeleisend,
vrij van zorgen en sober levend;
kalm van zinnen en verstandig,
niet gulzig, als hij bij families eet.
In zijn gedrag is er niets laags te vinden
waardoor anderen, verstandigen hem zouden laken.
Mogen de wezens gelukkig zijn en vredig,
laten ze alle geluk ervaren in hun hart.
Wat voor levende wezens er ook zijn,
beweeglijk of onbeweeglijk, allemaal,
of ze nu lang zijn of groot zijn,
middelmatig, klein of fors,
zichtbaar of onzichtbaar, en
of ze ver weg leven of dichtbij,
al geboren of naar geboorte strevend –
mogen alle wezens gelukkig zijn.
Laat de een de ander niet vernederen,
en niemand minachten waar dan ook,
laat men elkaar geen leed toewensen
uit boosheid of vijandigheid.
Zoals een moeder haar enige zoon
met haar leven wil beschermen,
zo moge men tegenover alle wezens
een onmetelijke geest ontplooien
en liefde tegenover de hele wereld.
Laat men een onmetelijke geest ontplooien
naar omhoog, naar beneden en rondom,
onbeperkt, vrij van haat en vijandschap.
Of men nu staat, loopt, zit of ligt,
laat men nooit verslappen;
bij deze instelling moet men blijven
Dit noemt men hier een goddelijk verwijlen.
Als hij geen opinies koestert,
deugdzaam leeft en inzicht heeft,
begeerte wegleidt van genoegens,
dan gaat hij tot geen moederschoot meer in.
Sutra van oprechte vriendelijkheid.
Moge alle levende wezens gelukkig zijn
En vrede vinden,
Wat voor levende wezens er ook zijn.
Of ze nu sterk zijn of zwak,
Groot of klein,
Zichtbaar of onzichtbaar,
Ver weg of nabij,
Of ze al geboren zijn of nog geboren moeten worden,
Moge ze allemaal gelukkig zijn.
De bloem van Boeddha, Udumbara
De minuscule bloem van Boeddha, de Udumbara, bloeit pas als een wereldleraar geboren wordt die het wiel in beweging brengt. Udumbara-bloemen kunnen op elk oppervlakte groeien, ook op steen en metaal. Omdat ze zo klein zijn, zie je snel over het hoofd. Ze geuren heerlijk en overleven elke temperatuur. Volgens een boeddhistische sutra is de Udumbara een hemelse bloem die op aarde normaal niet voorkomt. Laten we goed naar deze kleine bloem uitkijken, een beetje hoop kunnen we wel gebruiken.
Droomyoga
Droomyoga, ontwaken in je slaap
Elke dag leef je 23 uur in een onbewuste toestand, tenminste als je één uur per dag mediteert. Zo zeggen Tibetaanse boeddhisten. Je wordt meegesleept, ook in je slaap, door je emoties en hierdoor blijf je gevangen in samsara, het onbewuste. Ontwaak in je slaap door middel van droomyoga. Wordt in het vervolg helder in je dromen en neem die helderheid mee de volgende dag in, waardoor je meer open en rustiger in het leven staat.
Door droomyoga ga je jezelf meer verbonden voelen met je geest dan met je lichaam. Creëer een sterke en flexibele geest en krijg een beter inzicht in het veranderlijke leven. Maak makkelijker de juiste keuze.
Prik door de illusie van het leven in je emoties heen en verander jouw gewone dromen in helderheiddromen. Deze helderheiddromen zijn een zuiverdere vorm waar je meer controle over hebt en waarmee je leert het mooiere deel van jezelf beter te begrijpen.
Probeer de flexibiliteit van je geest te trainen en ervaar dat je geest steeds ruimer wordt. Je zult minder vast zitten aan de beperkende invloed van je gedachten.