Geplaatst op

De Vier Edele Waarheden

Het fundament van het boeddhisme, de vier edele waarheden

  1. Het bestaan van lijden
  2. De oorzaken van lijden
  3. Het einde van lijden is mogelijk: Nirvana
  4. Het pad dat leidt naar het opheffen van de oorzaken van lijden
  1. Lijden staat voor ongemak, frustratie of het ervaren van problemen. Geluk is slechts van korte duur en maakt snel weer plaats voor nieuwe ontevredenheid, verlangen naar verandering of begeerte. Niets in deze wereld is immer perfect of compleet betrouwbaar, de enige zekerheid is de dood, waarbij we alles verliezen waar we aan gehecht waren.
  2. We geven al snel de schuld van ons lijden aan anderen, maar als we eerlijk zijn zullen we ontdekken dat we zelf vol zitten met eindeloze verlangens. “Ik wil goed doen, ik wil goed zijn, ik wil meer geld, ik wil een betere baan, een mooier huis…”, lijken op het eerste gezicht allemaal goede ideeën, maar zullen nooit tot volledige voldoening leiden.
  3. De dood is niet het einde van het lijden; we worden namelijk opnieuw geboren, wedergeboorte. Toen de Boeddha de verlichting bereikte, begreep hij dat de staat van Nirvana het definitieve einde van lijden is. Dit is de inspiratie voor velen om ook zich te trachten te bevrijden van de wereld van onbevredigende verlangens en begeerte.
  4. De Boeddha geeft een advies om het Nirvana en het Boeddhaschap te bereiken. Dit kan door het achterwege laten van de tien negatieve activiteiten (zoals stelen, doden, liegen, etc.) en het volgen, het beoefenen van het achtvoudige pad. De juiste spraak, de juiste acties, het juiste levensonderhoud, de juiste inspanning, het juiste bewustzijn, de juiste concentratie, de juiste motivatie en intentie en het juiste inzicht in de werkelijkheid.
Geplaatst op

Toevlucht nemen

Boeddha

Genereer het Bodhicitta. Bodhicitta is een ander woord voor actief mededogen.

Ik zal de toevlucht nemen tot ik het volledige Boeddhaschap bereikt heb ten dienste van alle levende en voelende wezens. Mogen al deze wezens spoedig bevrijd zijn van al hun lijden en mogen zij het Boeddhaschap bereiken. Moge ik spoedig bevrijd zijn van al het lijden en het Boeddhaschap bereiken ten dienste van alle levende wezens.

Ik zal de toevlucht nemen tot ik het volledige Boeddhaschap bereikt heb ten dienste van alle levende en voelende wezens. Mogen al deze wezens spoedig bevrijd zijn van al hun lijden en mogen zij het Boeddhaschap bereiken. Moge ik spoedig bevrijd zijn van al het lijden en het Boeddhaschap bereiken ten dienste van alle levende wezens.

Ik zal de toevlucht nemen tot ik het volledige Boeddhaschap bereikt heb ten dienste van alle levende en voelende wezens. Mogen al deze wezens spoedig bevrijd zijn van al hun lijden en mogen zij het Boeddhaschap bereiken. Moge ik spoedig bevrijd zijn van al het lijden en het Boeddhaschap bereiken ten dienste van alle levende wezens.

Geplaatst op

Waarom de haan in de morgen kraait

sprookje adelaar en haan

sprookje adelaar en haan
Lang geleden leefden de haan en de adelaar eendrachtig samen in een afgelegen bergdal. Ze hadden vriendschap gesloten en hielpen elkaar over en weer. Ze vertelden elkaar verhalen, maakten er plezier over en verdreven zo de tijd.
Toen ze elkaar echter allang alles hadden verteld wat ze wisten en wat ze hadden beleefd, begonnen ze zich langzamerhand te vervelen. Ze wilden allebei graag eens iets nieuws beleven.
Op de zwoele zomeravond zaten ze gapend van verveling naar de ondergaande zon te kijken, toen de adelaar een idee kreeg. Hij rekte zijn hals en riep: “Weet je wat, haan, we gaan een keer naar de herberg om een borrel te drinken!” Op die gedachte was de adelaar gekomen omdat de dorpsherberg in het westen lag, waar de zon onderging. De haan kwam overeind, zette zijn veren op en zei dat hij het een prima voorstel vond.
Ze maakten zich direct op om te vertrekken, vlogen de lucht in en begaven zich naar het dichtstbijzijnde dorp in het westen. Voorzichtig streken ze neer voor de herberg en gluurden naar binnen. Op een gunstig moment glipten ze de gelagkamer in en bestelden een kan van de beste brandewijn. De waard verbaasde zich wel een beetje over de twee ongewone gasten, maar hij bracht hun toch het gewenste en schonk in.
Al snel zonk de brandewijn hen in de poten en toen ze wilden opstaan, moesten ze zich aan de tafel en aan de banken vasthouden. Ze wankelden de deur uit en wilden naar huis vliegen, maar de waard pakte de beide vrienden in hun kraag. “Eerst betalen en dan pas naar huis,” zei de waard.
Wat nu? Ze hadden er niet aan gedacht om geld mee te nemen en hadden nog geen stuiver op zak. Beteuterd en bedremmeld probeerden ze de waard milder te stemmen, hem te overreden het bedrag op te schrijven – tot hun volgende bezoek.
De waard, die het gevederde tweetal nooit eerder in zijn herberg had gezien, was echter wantrouwig en dreigde hen op te sluiten tot ze de rekening hadden betaald.
De adelaar, die iets minder dronken was dan de haan, begreep direct dat een verblijf achter de tralies van een kooi een verschrikkelijke ervaring moest zijn, dus hij besloot in elk geval zijn leven en zijn vrijheid te redden.
Schijnheilig stelde hij daarom voor: “Goed dan, ik vlieg naar huis en haal het geld. De haan is niet meer zo vast ter been, dus hij blijft hier wachten tot ik terugkom.”
De haan, die barstende hoofdpijn had, kon tegen dit voorstel niets inbrengen en werd dus als onderpand vastgehouden en in een kooi opgesloten. Daar sloeg de angst hem toch wel om het hart en hij riep de wegvliegende adelaar na: “Schiet een beetje op. Ik wil niet lang in deze gevangenis zitten!”
“Maak je niet bezorgd,” riep de adelaar, “ik ben zo weer terug!”
Zijn vleugels voelden loodzwaar, maar toch slaagde de adelaar erin nog voor de nacht veilig zijn nest te bereiken.
De beide vrienden hadden helemaal geen geld en daarom zei de adelaar bij zichzelf: “Het belangrijkste is dat tenminste één van ons tweeën is gered!” Zo suste hij zijn kwade geweten.
De haan wachtte de hele nacht op de terugkeer van de adelaar. Hij werd steeds onrustiger en ongeduldiger. Ja, hij werd zelfs boos en wilde luidkeels om de adelaar roepen, maar aangezien de brandewijn een eigenaardig effect op zijn stem had, kon hij alleen een schor “kukeleku – kukeleku – kukeleku,” uitbrengen. De waard werd wakker van dit merkwaardig geschreeuw en zag dat juist de morgen aanbrak.
Tevergeefs speurde de haan van achter zijn tralies de hemel af – de adelaar was in geen velden of wegen te bekennen. Hij wachtte dagenlang, wekenlang en toen begreep hij dat zijn vriend hem in de steek gelaten had.
De waard hield de haan en liet hem op een dag zelfs uit de kooi – en zo bleef de haan bij de mensen om ze trouw elke ochtend wakker te maken.
Met een schorre stem die hij nog altijd te danken heeft aan de brandewijn, roept hij elke dag voor zonsopgang driemaal luid en duidelijk: “Kukeleku!”

Geplaatst op

Boeddha beeldje

Boeddha beeldje

Je bent op zoek naar een mooi Boeddha beeldje voor in je eigen woonkamer. Of je wil graag je beste vriendin een mooi en niet te duur Boeddha beeldje cadeau geven. In deze leuke webshop vind je betaalbare Boeddha beeldjes en beelden, maar ook mooie boeddhistische artikelen zoals mala’s, gebedsmolens en vajra’s. Kijk eens lekker verder in de winkel met veel interessante en prachtige artikelen die alles te maken hebben met het boeddhisme.

Wie was Boeddha?

Boeddha heette eerst Siddhartha Gautama en leefde als rijke prins in een koninkrijk in India. Hij wilde graag de wereld zien maar zijn vader hield hem veilig achter de muren van zijn koninkrijk. Wijze mannen hadden de koning verteld dat Siddhartha een goddelijke zoon was, die of een groot heerser, of een groot geestelijke leraar zou worden. Koning Suddhodhana wilde dat Siddhartha hem als groot heerser zou opvolgen en daarom hield hij hem achter gesloten deuren. Siddhartha leidde een leven vol luxe en plezier, maar hij was niet gelukkig. Hij zag armoede, ziekte en lijden bij mensen in de straten vlakbij de poorten van het koninkrijk en wilde weten hoe de rest van de wereld zou zijn. Op een nacht vluchtte hij uit het koninkrijk en zag het lijden van de mensheid. Hij sloot zich aan bij vijf asceten die zich hadden afgezonderd. Siddhartha volgde hun voorbeeld, en gaf zich over aan de extreemste vormen van ascese. Zes jaar later, toen hij bijna doodging van de honger, zag hij in dat dit niet de juiste manier was om de verlossing te bereiken en hij trok verder. Hij herinnerde zich hoe hij als kind in een staat van samadhi was geraakt toen hij een keer naar het ploegen van zijn vader had zitten kijken. Toen hij weer op krachten was besloot hij onder een boom te mediteren, en er niet onder vandaan te komen voordat hij de verlossing had bereikt. Op de negenenveertigste dag kreeg hij inzicht in zijn vorige levens, en zekerheid over de oorzaken van het lijden van de mens en hoe dat lijden kan worden weggenomen. Hierdoor was hij een ontwaakt persoon, de Boeddha.
De rest van zijn leven trok hij door India, onderwijzend wat hij had geleerd. Zijn eerste volgelingen waren de vijf asceten. Ook zijn familie nam zijn leer aan en zijn tante werd de eerste boeddhistische non.
Op tachtigjarige leeftijd wist hij dat hij zou sterven. Ook zou hij niet opnieuw worden geboren, zelfs niet in de hemel, omdat hij nu verlicht was en nu voor altijd in het pari-nibbana opging. Toen men hem vroeg wie hem op moest volgen, vertelde hij dat er geen opvolger moest komen, maar dat zijn lessen bewaard moesten blijven.

Geplaatst op

Mala

Boeddhistische Mala

Een mala wordt hoofdzakelijk gebruikt om mantra’s te tellen die gereciteerd worden. Het heeft dus feitelijk dezelfde functie als een rozenkrans. Kralen gemaakt van bodhizaden of hout zijn voor velerlei doeleinden geschikt, voor het tellen van allerlei soorten mantra’s of andere gebeden, neerbuigingen en rondgangen.
De kralen die gebruikt worden om mantra’s te tellen die het pacificeren van verstorende emoties tot doel hebben kunnen bijvoorbeeld van kristal, parel of parelmoer zijn. Een mala moet voor dit doel honderd van zulke kralen hebben. Mantra’s die we op zulke kralen tellen dienen om hindernissen te verwijderen zoals ziekte en andere rampzaligheden en voor het zuiveren van negatieve activiteiten.

Mantra’s

Mala’s om mantra’s voor toename van onze positieve eigenschappen te tellen, horen van goud, zilver, koper of lotuszaden gemaakt te zijn, de mala heeft in dat geval 108 van zulke kralen. De mantra’s die we daarop tellen dienen om de levensduur, kennis en verdiensten te doen toenemen.
Mala’s voor mantra’s om onze sterke verstorende emoties te overmeesteren bestaan uit een mengsel van gemalen sandalwood, saffraan en andere geurige substanties. Deze mala heeft vijfentwintig kralen. De mantra’s die daarop geteld worden kunnen bedoeld zijn om anderen te temmen, maar de motivatie om dit te doen behoort wel een zeer zuivere wens te zijn om anderen te helpen en niet om er zelf baat bij te hebben en dus niet voor je eigen welzijn.
Mala’s om mantra’s te tellen met het doel om krachtig negatieve krachten te onderwerpen door toornige methoden moeten gemaakt zijn van raksha zand of mensenbeen, zestig aan een koord. Omdat dit met een volkomen altruïstische bedoeling hoort te gebeuren is de enige persoon die in staat is een dergelijke daad uit te voeren een bodhisattva, die dit doet uit groot mededogen voor wezens die op geen enkele manier getemd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld kwaadaardige geesten.
Het koord is voor alle mala’s hetzelfde en hoort te bestaan uit negen draden die de Boeddha Vajradhara en de acht bodhisattva’s symboliseren. De grote kraal aan het einde staat voor de wijsheid die de leegte realiseert en de cilindervormige kraal daarboven is de leegte zelf. Samen symboliseren ze dat alle tegenstanders verslagen zijn.

Een mooi cadeau

Je kunt een mala ook fantastisch als cadeau geven aan je beste vriendin. Ga naar mala’s en bestel die mooie mala! Of aan je spirituele partner. Mala’s worden vaak gebruikt om mantra’s te tellen tijdens de meditatie. Een mantra is een herhalend woord of geluid om je te helpen in je concentratie tijdens de meditatie. Om de mantra’s te tellen, leg je de mala over je middelvinger of ringvinger. Gebruik hiervoor liever niet je wijsvinger, want deze staat voor het ego. Je gebruikt de duim om de kralen door te schuiven, nadat je een mantra gereciteerd hebt. De extra kraal bij het kwastje heet de goeroekraal en vertegenwoordigt het kruinchakra. Deze fungeert niet als gebedskraal, maar markeert het beginpunt, keerpunt en eindpunt van de mala. De eerste kraal is altijd de kraal links naast de goeroekraal. Het bereiken van de goeroekraal tijdens de meditatie betekent een tijd voor reflectie. Ga niet over de goeroekraal heen. Bij een eventuele nieuwe rondgang draai je de mala een halve slag, zodat je weer rechtsom verdergaat en niet linksom teruggaat. De laatste kraal is dan weer de eerste kraal. Reik je wel eens onbewust naar je hals en voel je de mala? Dan is dat een uitnodiging om terug te keren naar je adem, naar bewustwording. Als je voorover leunt en de mala bengelt in het zicht, dan geeft dat een nieuw zacht ontwaken.